Pagina

woensdag 23 september 2015

Waste equals the needy

Werkeloosheidsuitkering luxe:

Meedoen, actief deelnamen is wat ons retorisch ter ore komt, dag in dag uit! WERK! Veel mensen willen maar niet inzien dat er voor zo’n 750 duizend mensen elk jaar weer, geen werk zal zijn. Dat een uitkering verstrekken misschien wel een luxe is,  maar niet alleen de doelgroep dient, maar ook rust en veiligheid biedt, ook onder de meer bedeelde onder ons. Zou er geen uitkering bestaan of zo karig, dan zou dit  direct gevolgen hebben voor ons maatschappelijke verhoudingen en veiligheid. Wonen in een bewaakte wijk met een hek erom, verschil in onderwijs en zorg, ontoegankelijke buurten in een stad, hardere criminaliteit, vele daklozen, verharding van de maatschappij,  zieke mensen en veel depressiviteit.

De uitkeringsdoelgroep:

Wie zijn die uitkering behoeftige dan, zou je je inmiddels gaan afvragen gezien de neerbuigende responsen in de omgeving de laatste jaren. Het zijn misschien de bezuinigingen die plots de ware aard van het reclamerend beestje zichtbaar maken. Heb je genoeg dan schijn je te delen, maar raakt de pot leeg dan plots is de intentie en inventiviteit om te delen minder of verdwenen.

Het gaat allang niet meer over de moeilijke trage, domme of luie werknemer zonder werk, maar het treft een zeer gemêleerde groep mensen met uiteenlopende competenties, opleidingen en kennis. Het multiculturele karakter onder de bevolking als ook de aantallen, hun taal en geloofsbelijdenis veranderd de vraag naar arbeidskrachten.  Mensen met een beperking zowel lichamelijk als geestelijk doen mee op de arbeidsmarkt. Maar wat vooral de mensen in de richting van een uitkeringsaanvraag drijven, is de verschraling van fysieke arbeid, de ambacht. En natuurlijk wordt door de globalisering, digitalisering bepaalde arbeid en dan vooral binnen de fysieke arbeid minder en inmiddels, zo slecht betaald dat het ver onder het niveau van een waardig bestaan hier in Nederland ligt. Sterker nog veel van deze arbeid verhuisd buiten de grenzen van Nederland of zelfs Europa. Anderzijds zijn het ook de vele nieuw komende freelancers die onder de vleugels schieten van de solliciterende werkeloze. De freelancers werkt als zzp’er, is goedkoper dan een werknemer en makkelijk  te  ontslaan van zijn opdrachten.  De werkloze doelgroep is dus groot, maar vooral divers. Minder banen, meer keus buiten de Nederlandse grens en de makkelijk te eisen hoge opleidingen  maken o.a. de doelgroep dus ook steeds jonger.

Nu schijnt volgens deze regering, geadviseerd door een leger aan diverse onderzoekbureaus, dat een erg groot deel van deze doelgroep, te makkelijk is en ondeskundig om in te zien wat de maatschappij van hun vraagt. Dat een uitkering niet mag lonen, maar een tijdelijk vangnet is, als er even geen werk meer is. Jij dus die verantwoordelijke bent om werk te zoeken en daar desnoods 40 uur in de week mee bezig moet zijn om die tijdelijke baan, want dat is het in deze tijd, in de wacht te slepen. Het zou ook zeer plezierig zijn als je je ook nog eens van nut maakt in de vrijwilligersbranche, gezien het feit dat je gewoon moet werken voor je geld. Het gat tussen werk en uitkering moet groter en dat zal ook gebeuren, in het kader van “stimulans”.  Werk moet lonen! Is vrijwilligerswerk dan toch geen werk?

En hier gaat de schoen wringen, omdat het vrijwilligerswerk plots een dubbele pet  op krijgt. Wat is vrijwilligerswerk en werk met behoudt van uitkering of is het gewoon iets nuttigs doen. Waren die oppas moeders, grootouders niet nuttig dan. Is jouw hobby in het buurthuis of sportclub niet vrijwilligerswerk dan. Is die ouderenondersteuning van je buurtjes een bijzaak of gaan we dat mantelzorg noemen,  wat gek genoeg ineens vrijwilligerswerk is geworden, maar in werkelijkheid werk met behoud van een uitkering. Overigens zal je als mantelzorger niet worden ontzien en zul je wanneer het eigen familie betreft je alsnog vrijwillig moeten inzetten elders, kortom die sollicitatieparticipatieplicht blijft.

Zijn we hier in Nederland niet een beetje doorgeslagen en heeft het individualisme hier niet ernstig schade aangericht. Sociale activiteiten kunnen zomaar als arbeid worden gekenmerkt, niks sociale deskundigheid of anders gezegd ervaringsdeskundige.  We poetsen en zorgen in stilte, hebben een relatie in het geniep, hulp en vriendendiensten wordt incidenteel of angstig onder de radar beleefd en we klikken erop los.  Wat is dat, dat de omgeving voorheen geen actief netwerk was, zelfredzaamheid of participatie? Was het  niet in kaart te brengen door de regering of controleerbaar, waardoor het paranoïde stemgedrag van vele bange klikkers, het onderste uit de kan wilde reserveren voor zichzelf voor in de aankomende bezuinigingsjaren ?  Plots zag men zwarte schapen, oorzaken en redenen waarom alles zo duur en schaars werd, denk maar aan de medische zorg, ouderenzorg en het arbeid vraag en aanbod gedrag, bijv. seizoen arbeid.   Dat lag toch niet aan het consumeergedrag, nee, wie frequent werkt mag consumeren? Onderhuids, schiet de intolerantie wortel. Wat maakt deze nieuwe drang naar een participatie wet en die zelfredzaamheid nu zo anders dan die,  die er voorheen gewoon was.

De regering komt duidelijk niet meer uit zijn eigen chaos en verklaard een grote groep mensen lui, ongemotiveerd, onkundig maar ook labiel en zij dienen te worden geactiveerd met een pracht aan extra vangnet regelingen. Want vergeet niet, ook al het is maar tijdelijk, het is geen recht maar een gunst een voorrecht aan jouw gegeven,  door de werkende mens.

Participerende maatschappij:

Nu heeft de regering een mooi woord uit het woordenboek geplukt en dit direct heilig verklaard. Wat het parade paardje moet worden, om mensen die met beide handen grijpen naar een uitkering, in het gareel te houden. Het zichtbaar maken van een geldstroom en de  macht om het schuld/straf systeem te bekrachtigen. “Participeren” is het toverwoord, de Participatie Wet. Een wet, die voor hen die zich harder werkend wanen en snakken naar meer, een tool biedt om in te grijpen wanneer een uitkering bevoorrechte zich niet voldoende inzet in de maatschappij. Zij die gebruik maken van een uitkering moeten ook actief deelnemen dus participeren in deze maatschappij.

Afbraak van sociaal participeren, naar de economische participatie:

Het gekke is dat participatie in een maatschappelijke groep altijd heeft bestaan, maar successievelijk is afgebroken naar een individuele maatschappij.  De individu staat voorop en vooraan aan de rij. Het is juist deze afbraak die zorgt dat winst altijd boven de verzorging van een ander gaat en sociale deelnemen aan een groep of maatschappij, de flexibiliteit in de marktwerking en de korttermijnplanning in het winstbejag,  in de weg staat. De individu is verantwoordelijk alleen voor zichzelf en het gezin.  

Nou is het eigenlijk al decennia bekent dat winst niet deelt, maar is juist gulzig en absorbeert. Deze winst in een individuele maatschappij zorgt ook voor een  participatie vorm, maar op het financiële vlak, nl het deelnemen aan boord van een machtig schip, een aandeel hebben in de deze macht en dus ook dichter bij de stuurman op het schip. En volgens deze individuele maatschappij is een plek op deze varende vloot bereikbaar voor iedereen, als je maar deelneemt en jouw deel investeert, men noemt dit hard werken, werken aan een sterke individuele economische maatschappij.

Dat de bestuurders op deze vloot boven het glazen plafond van vele heeft plaatsgenomen, maakt hun blind voor de participatie die dagelijks plaatsvind  onder het volk 24/7, vaak vast gelegd in religie, traditie, compassie en bezorgdheid om veiligheid en zekerheid te waarborgen. Deze participatie is systematisch afgebroken, met het gevolg dat hele wijken buurten en groepen zich op een onstabiele basis begeven.  Eigenlijk was dit, werkelijk actief participeren. Werken of geen werk, klaar staan voor je buur/vriend/familielid, eten delen, zorgen voor de zieke en de beperkte medemens. Je draagt mee zowel fysiek als mentaal de last van de ander. De ervaringsdeskundige, de sociaal deskundige.

De wijzende vinger naar de sociale participant:

Vandaag de dag is deze hulpvaardigheid verwrongen tot een vorm van zwartwerken, het schijnt te rieken naar fraude. Het biedt onderdak aan labber kakken die niet willen werken. Ze houden hun hand op en zitten achter de Geraniums hun dagen te turven, ze bewegen niet meer en zijn de maatschappelijk  aspecten uit het oog verloren.

De kliklijnen vieren hoog tij en de enorme verworven vrijheden worden aan banden gelegd, per slot van rekening zijn deze vrijheden op kosten van andere en dus eigenlijke op frauduleuze wijze geoogst. Deze maas in de wet moet worden gedicht en is het tijd volgens onze nieuwe regering om eens hard te gaan werken.

Laat zien dat je wil werken! Kleed en verzorg je goed. Eet en beweeg gezond. Spendeer je vrije tijd aan 6 uur per dag werk zoeken. Leer solliciteren, maak voor elke vacature een specifieke unieke cv, meldt je overal aan voor werk, ga vrijwillig actief deelnemen en profileer jezelf. En mocht je dat al niet lukken dan zorgt de regering wel voor geld om je daarin bij te staan. Sollicitatie cursussen, gratis kleed advies en kleding, re-integratie trajecten en bovenal vrijwilligerswerk. Het kan niet op.  En vergeet vooral niet, de werkenden, de regering en de gemeentes die participeren, maar nu jij nog.

Maar:

Als je dan na gaat dat voedselbanken, collectieve zorgverzekering, meedoenbijdragen, toeslagen en bijzondere bijstand uitkering etc nodig zijn om mensen uit de armoede grens te houden, zou je je kunnen afvragen of dit nou wel allemaal komt omdat men niet werkt of niet participeert of te veel consumeert? Zijn deze problemen allemaal van de baan als je een baan hebt?  Vele mensen die een baantje hebben met een minimumloon, houden net zoveel over aan koopkracht als iemand met een uitkering. Zou het zomaar kunnen, dat de sociale maatschappij misschien niet meer functioneert? Dat de mensen gedirigeerd worden met hun hulpvraag naar de profitsector, schijnt niet een oorzaak te kunnen zijn  van de sociale armoede waar men in dreigt terecht te komen.
Wat is dat dan participeren? Is het niet gewoon deelnemen aan, het meedoen, meewerken aan en met anderen.  Om te beginnen is er een duidelijk verschil tussen een economische en sociale participatie. In het belang van de economisch groei is de participatie in de sociale maatschappij afgebrokkeld tot een individualisering tbv de economisch maatschappij. Maar nu er van die sociale maatschappij de fijne kantjes zijn afgevijld en de grip op de sociale samenhang in de maatschappij niet gezond meer functioneert, wordt het management wakker en vindt dat zo ook de economische maatschappij in het geding komt.

Management controle drang versus vervreemde werkzoekende :

Dat is weer zo’n moment dat het management de bedrijfsvoering over een andere boeg gooit. “Reorganisatie”. Nederland moet anders geëxploiteerd worden. Nieuwe bedrijfsprocessen worden ingevoerd. Verantwoordelijkheden en eindverantwoordelijkheden woorden verlegt. Investeringen en uitgaven worden opnieuw bekeken en verdeelt. De criteria omtrent de (P)roductiviteit, (O)ntwikkelgerichtheid en (F)lexibiliteit van het personeel ligt onder de loep.  

Het zijn de werkelozen, jong of oud, die random voor het oprapen lijken te liggen. De werkelozen die jaren op hun kont hebben gezeten, zij die zich vrijheden hebben verworven over de ruggen van de hardwerkenden. Dit is de groep die moet worden geactiveerd. Niks meer op de pof! Nee, de P.O.F criteria wordt een wetsregel zonder pardon.

Echter zijn inmiddels ook studiekosten, zorgkosten, ouderenzorg en jeugdzorg en perspectieven plots verheven tot een gunst? En was het niet zo, dat sociaal maatschappelijk hulp en ondersteuning onderling al werd afgedaan met werkfraude ofwel ontduiking?  Is het niet frappant dat vrijwilligerswerk vaak werd aangemerkt als verdekt dienstverband en is heel die sociale participatie niet de nek omgedraaid, vanwege economische belangen en door afgunst inherent aan onvoldoende vervulling van de controle drang?

Deze enorm variabele uitgedijde groep aan werklozen is de groep  die soms juist geen samenhang meer ervaart in de sociale maatschappij, echter er wel afhankelijk van is en hoge muren moet beklimmen om ook maar een glimp op te vangen van de daarachter liggende economisch maatschappij. De tegenwoordige economische hoge snelheidstrein die voorbij dendert schijnt geen haltes te kennen en ongetraind erop of eraf springen nodigt niet uit en oogt gevaarlijk.

Een groot aantal van deze groep mensen, spartelt nu tussen wal en schip. Mensen met competenties en kwaliteiten, maar worden niet zichtbaar van onderuit het sjabloon welke als maatstaaf tegenwoordig over de maatschappij ligt.  Zij staan niet model in deze korte tijdplanningssysteem, de snelle kapitaal genererende individuele economische maatschappij. Het mag dan wel een steeds meer een visualiserende maatschappij worden, echter ligt de nadruk op planmatig en theoretisch te werk gaan. Uitleg en verklaring van het hoe en waarom wordt een leidraad voor het alsmaar schriftelijk vastleggen van een proces. Visueel zou misschien de indruk weken dat je buiten kaders mag denken, echter dwingt het je meer dan ooit om binnen de deze kaders te denken en te handelen. Steeds vaker wordt de sociale hang naar…., gescheiden van het natuurlijke instinct, verdrongen naar de grote massa,  naar genummerde en gecategoriseerde vergaarbak  van het bestuurbare kapitaal. Het is niet vreemd dat de werkzoekende steeds meer vervreemd en ontaard van zijn intuïtie en aanleg. 

Vrijwillig werk en zorg dragen, slaat om in kosten en winst:

En daar is dan, de Wet “participatie”, dat parade paardje van Regering Rutte 2. Laten we allen actief deelnemen aan onze maatschappij is de boodschap. Maar verdekt achter dat mooi woord “participatie” wet, schuilt het venijn. Via de gemeentes waar verantwoordelijkheid en uitgaven in de maag is gesplitst, wordt participatie aangegrepen, om zorg indicaties en  doorverwijzingen te leggen in de handen van de plots zo deskundige sociale maatschappij. Door vooral  ‘in, -door en –uitstroombanen’ te creëren, vrijwilligersbanen op te vullen met behoud van uitkering en niet te vergeten, het nut van de voorheen natuurlijke zelfredzaamheid en duurzaamheid, als nieuwtje op te dringen aan de individu in het jasje “samen”, aldus deelnemen aan de economische groei en welvaart.

Waarom dwingen en waarom wil de Wetvoorzieners dit zo nodig in een Wet vastleggen? Participeren dmv vrijwilligerswerk, het zou meer de landing dekken wanneer het “sociale dienstplicht” werd genoemd. Verdekt goedkope arbeid, maar mag geen arbeid worden genoemd en zal dus ook nooit als zodanig worden beloont onder het kopje “sociale zaken en werkgelegenheid”! Het enige waarin vrijwilligersactiviteiten/werk loont, is het behoud van de uitkering in dit wettelijke vastgelegde schuld/straf systeem.

Dit alles komt omdat de economische maatschappij de bemoeienis van de overheid niet zo prettig vindt . Maar wat de economische maatschappij ook niet prettig vindt, is dat er ook niet individueel financieel onbegrensd gehandeld kan worden als de staat een zorgplicht heeft naar derde. De zorg voor elkaar, de zorg vanuit de staat, wordt geprivatiseerd, non-profit wordt winstgevend, het wordt een vrijetijdsbesteding of liefdadigheidsinstelling maw een hobby,  iets wat je doet in je vrije tijd na noeste arbeid, afhankelijke van giften, geschonken door die hardwerkende.

Eén ding is wel zeker dat met deze Participatiewet, het economisch participeren wordt bedoeld , het meedoen en het deelnemen aan de economische groei en welvaart. Alleen zij die werken, zij die economische arbeid verrichten zijn de participant.

Echter slaat de participatie wet, de plank mis. Hoe kun je economisch participeren als het deelnemen aan je sociale omgeving wordt bemoeilijkt door de vele hindernissen die er zijn geplaatst, vaak ontstaan uit die controle drang en argwaan naar de toeslag en uitkering behoeftige mens? Hoe kun je economisch participeren als je scholingsproces ingekrompen is tot een nauw  éénrichtingsstraatje? Hoezo moet je de gunsten verdienen door, hard te werken als een baan met perspectief vinden vergeleken wordt met een lot uit de loterij, ofwel op z’n minst je vrijwillig aan te bieden, om deze gunsten  te verwezenlijken, maar de sociale maatschappij in handen is van die liefdadigheidsinstelling gesponsord door het winstgevend belang en vrijwilligerswerk niet wordt gezien als werk en als zodanig wordt beloont?

Vrijwilligerswerk komt vanuit een passie een samenhorigheid, een gevoel competenties te hebben waar een ander meegeholpen kan worden. Participeren, dus meedoen in een maatschappij doe je nog steeds ook als je werkt. Betaald werken en daar naast een non-profit taak, in je vrije tijd, wat een ander dient,  hoort zich ongedwongen te mogen ontwikkelen naar wens van diegene en zijn eigen omgeving.

Het enige wat deze participatie wet doet is de controle en machtsdrang in de handen van de individuele maatschappij te leggen en helaas zijn dat de machtsparticipanten op die varende vloot, de trots van de regering, de trots van een land geregeerd door managers, multinational managers. Dus ook vrijwilligerswerk met behoud van uitkering, biedt tegenwoordig de managers meer flexibiliteit in het besturen van het economisch belang, de winst.  De vergaarbak vol met ongedefinieerde werkkracht biedt voldoende fiches om het risico management groen licht te geven. Tegelijkertijd wordt zo ook de opgedrongen sociale maatschappij via een achterdeurtje opgepoetst en simuleert het een banen groei.

Belang van een vrije sociale participatie:

De sociale maatschappij zal meer baat hebben bij juist deze groep mensen die buiten dat planmatige systeem vallen, mits zij daar op humane wijze in worden beloont. Het is die kleine sociale ondernemer binnen deze groep die veel kan betekenen en ruimte zou moeten krijgen zonder dwang.  Zijn dit nl. niet de mensen die hun armen uit de mouwen steken voor zijn eigen en die ander zijn omgeving? Is die eigen inbreng niet de basis en (ook een beetje de jus) van de sociale maatschappij?  Zijn zij het niet,  die de individuen weer kunnen samenbrengen? Dit zijn die mensen die leed kunnen verzachten en liefde kunnen delen. Zij brengen de prak uit de gaarkeuken weer op smaak.  Een groep zoekende mensen die de kracht hebben om een ander te inspireren, drempelverlagend aanspreekbaar zijn, maar vooral dichtbij je vertrouwde omgeving staan. De humus van zijn en haar habitat! De sociaal deskundige de ervaringsdeskundige, die door hun ongedwongen passie en inzet, het pad op naar werk en zelfredzaamheid weet te stimuleren en te ondersteunen. Daar is de welvaart mee gediend. Een gezond lijf, een gezonde geest, een actief medemens, deelbare positieve energie ontstaan vanuit een vrije participatie.